JIJ&IK
Traumawerk
Trauma kan ontstaan als er nare dingen gebeuren die niet had mogen gebeuren maar ook als essentiele behoeftes niet zijn ingevuld, als we niet gekregen hebben wat we wel hadden moeten krijgen. Het risico op het ontstaan van trauma is extra groot als er niemand was die dit zag of waar je dit mee kon delen. Trauma zit niet altijd in grote dingen als natuurrampen, ongelukken of ernstige grensoverschrijdende gebeurtenissen. Trauma zit vaak juist in ogenschijnlijk onschuldige, kleine, onopvallende dingen, zeker als dit herhaald terugkerende dingen zijn waar je last van had of hebt.
Trauma wordt van generatie op generatie doorgegeven, dit noemen we intergenerationeel trauma. Vaak zie je dat specifieke soorten trauma als een patroon door een familiesysteem lopen. Dit kan stoppen wanneer iemand uit het systeem bereid is om onder ogen te zien wat er speelt en te doen wat er nodig is om dit anders te gaan doen. Mensen die de moed hebben om dit te doen worden ook wel ‘cycle-breakers’ genoemd.
Waar trauma is zijn triggers. Triggers zijn kleine of grote dingen die aan het trauma herinneren; een geluid, een geur, een blik van iemand, een liedje op de radio, het kan van alles zijn. Je reageert op een manier die eigenlijk niet past bij de situatie, te heftig, te groot, te fel. Dit zijn de reactiepatronen die je ontwikkeld hebt naar aanleiding van eerdere gebeurtenissen. De ander reageert geschrokken, begrijpt je reactie niet.
In traumawerk gaan we aan het werk met je reactiepatronen en triggers. Door je reactiepatronen te leren kennen ga je ontdekken wat je triggers zijn. Zo ontstaat de keuze om anders te gaan reageren. Uiteindelijk zul je hierdoor steeds minder vaak en minder heftig getriggerd worden, de triggers doven uit. Tegelijkertijd versterken we je gezonde reacties waardoor je draagkracht toeneemt en je steeds veerkrachtiger wordt. Als onderdeel van de traumabehandeling zet ik ook regelmatig iopt-resonantieprocessen in.
Ik werk met de trauma-theorie en iopt-resonantieprocessen van Franz Ruppert, een duitse psychiater; de polyvagaal theorie van Stephen Porges en de vertaling naar therapeutische toepassingen van deze theorie ontwikkeld door psychotherapeut Deb Dana; lichaamsgericht werken van Peter Levine, Maggi Kline en Pat Ogden; delenwerk van Janina Fisher; het werk van psychiater Bessel van der Kolk, neuropsychiater Daniel J. Siegel; psychiater en trauma-expert Bruce Perry en Gabor Mate, huisarts en expert op het gebied van trauma.